Fronten
Een front is een begrenzing van warme en koude lucht. Fronten gaan dan meestal ook gepaard met weersveranderingen. Er wordt vaak gesproken over vier soorten fronten: koufronten, warmtefronten, occlusiefronten en stationaire fronten.
Koufront
Een koufront is de voorste begrenzing van koudere lucht. Koude lucht is zwaarder dan warme lucht, dat betekent dat de koude lucht onder de warme lucht schuift. Bij een koufront ontstaan door de snelle menging van warme en koude lucht cumulonimbus wolken, dit zijn de bekende buienwolken. Deze wolken kunnen erg groot worden. Uit deze wolken kan er in korte tijd veel regen vallen en kunnen er bovendien zware windstoten en onweer voorkomen. Een koufront gaat dus vaak gepaard met (stevige) buien.
Op de weerkaarten herken je koufronten aan een dikke blauwe lijn met driehoekjes.
Warmtefront
Een warmtefront is de voorste begrenzing van warme lucht. Warme lucht is lichter dan koude lucht, dus warme lucht schuift boven de koudere lucht. Het grensvlak is veel minder stijl dan een koufront. Hierdoor ontstaan er nimbostratuswolken, dit zijn lage wolken waaruit motregen of regen valt. Een warmtefront beweegt ook langzaam. Zo kan het soms langdurig (mot)regenen. Een verzwakt warmtefront bestaat vaak alleen uit dunne, lage bewolking. Een warmtefront gaat dus vaak gepaard met motregen of regen en is dus minder actief dan een koufront.
Op de weerkaarten herken je warmtefronten aan een dikke rode lijn met halve cirkels.
Occlusiefront
Een occlusiefront is een front dat ontstaat als een koufront een warmtefront inhaalt. Dit komt doordat koufronten snellen stromen dan warmtefronten. Op een occlusiefront kunnen zowel buien als 'gewone' regen voorkomen. Het punt waarop het koufront het warmtefront inhaalt heet het occlusiepunt, hier valt de meeste regen.
Op de weerkaarten herken je occlusiefronten aan een dikke paarse lijn met zowel paarse driehoekjes (van het koufront) als paarse halve cirkels (van het warmtefront).
Stationair front
Een stationair front is een front dat zich niet verplaatst ten opzichte van het aardoppervlakte. De twee luchtsoorten stromen langs elkaar en verdringen elkaar niet. Pas als er een golf in het front ontstaat kan er een depressie ontstaan. Meestal valt er weinig of geen regen, er is wel vaak bewolking aanwezig.
Op de weerkaart hiernaast staan alle fronten afgebeeld. We zien ook nog een blauwe convergentielijn. Dit is een front waar verschillende luchtsoorten samenkomen en daardoor opstijgen. Hierdoor ontstaan er (stevige) buien op dit front, een andere naam is 'trog'.
Maak jouw eigen website met JouwWeb